Om besmetting met het coronavirus zoveel mogelijk te voorkomen kun je de reanimatie uitvoeren volgens de covid-19 richtlijn. Dit betekent:
- Beoordeel de ademhaling door alleen naar de borstkas te kijken. Open de luchtweg NIET en kom NIET bij het hoofd van het slachtoffer om te voelen en te luisteren.
- Dek de mond en neus van het slachtoffer af met een doek, kledingstuk of mondmasker.
- Geef GEEN beademingen, WEL borstcompressies.
- Sluit de AED aan zodra deze beschikbaar is.
Uiteraard staat het je vrij om wel beademingen te geven
De covid-19 richtlijn voor reanimatie is opgesteld door De Nederlandse Reanimatie Raad (NRR), Ambulancezorg Nederland (AZN), de Nederlandse Vereniging Medische Managers Ambulancediensten (NVMMA) en HartslagNu.
Advies voor risicogroepen
Behoor jij tot een risicogroep of ben jij huisgenoot van iemand die behoort tot de risicogroep? Wij adviseren je dan dringend om niet op een reanimatieoproep te reageren. Zet je account tijdelijk op Niet storen. Dit kun je natuurlijk ook doen als je gezien de situatie voorlopig even niet wil reageren op een oproep.
Draag een mondmasker
Ook bij een reanimatie geldt het dringende advies om een mond-neusmasker te dragen. Dit is in lijn met het advies van de overheid voor alle burgers.
Ook belangrijk:
- Voor kinderen tot de puberteit gelden de normale richtlijnen inclusief beademen. Alleen als het kind bewezen positief is getest op covid-19 en nog besmettelijk is, geldt het advies niet te beademen. Uiteraard geldt ook hier dat je zelf kunt beslissen toch beademingen te geven.
- Er mogen maximaal 2 hulpverleners (inclusief brandweer/politie) bij een slachtoffer zijn. Anderen staan op minimaal 1,5 meter afstand.
- Pocketmasks, Kiss of Lifes of andere beschermingsmiddelen bij mond-op-mond-beademing, beschermen niet tegen besmetting met het coronavirus. Gebruik ze daarom niet!
- Desinfecteer je handen en polsen bij een ambulance direct na de reanimatie.
- Krijg je in de dagen/weken na de reanimatie klachten die mogelijk duiden op covid-19? Volg dan de adviezen van het RIVM. Neem zo nodig contact op met je eigen huisarts.